Bevochtiging

Gedrag van vloeistoffen (bijv. hotmelt) bij contact met het oppervlak van vaste deeltjes

Om een goede bevochtiging van het substraat met een hotmelt te verkrijgen, moet de oppervlaktespanning van de lijm kleiner zijn dan die van de te verbinden delen.

De lijm moet het oppervlak van het substraat goed bevochtigen. De bevochtiging van het substraat is een voorwaarde voor een goede verlijming, om een voldoende adhesie tussen lijm en oppervlak op te bouwen.

Druppelvorm met randhoek

De bevochtigbaarheid van een substraatoppervlak kan met een testinkt getest worden. Hierbij wordt een druppel van de testinkt (met gedefinieerde oppervlaktespanning) op het te onderzoeken oppervlak opgebracht.

Meting van de oppervlaktespanning met behulp van testinkt (oppervlak alleen met isopropanol gereinigd).

Tintenversuch Benetzung

Om een goede bevochtiging met een hotmelt te bereiken, moet de oppervlaktespanning van het verbindingsdeel  groter zijn dan die van de hotmelt.

Afhankelijk van de oppervlaktespanningsverhouding tussen vloeistof en verbindingsdeel zijn er verschillende druppelvormen te zien, die worden gekarakteriseerd door de zogenaamde randhoek α. De randhoek α staat ook voor een maat voor de bevochtiging.

Benetzung von Klebstoffen
Bron: IVK, Die Kunst des Klebens, Fig. 7, Pag. 19

 

In het algemeen geldt: Hoe hoger de oppervlaktespanning van het substraat, des te beter de bevochtiging.

Een goede bevochtiging is een voorwaarde, maar geen garantie voor een goede verlijming.